Sinds 1 januari 2019 bestaat de wettelijke mogelijkheid om affectieschade te vorderen als het ongeval op of na 1 januari 2019 heeft plaatsgevonden. Naasten en nabestaanden van slachtoffers hebben sindsdien een zelfstandig recht op een vorm van smartengeld. Er moet sprake zijn van zeer ernstig en blijvend letsel of overlijden van het slachtoffer om aanspraak te kunnen maken op affectieschade. In het Besluit vergoeding affectieschade zijn de bedragen per categorie vastgesteld. De bedragen variëren van € 12.500 tot € 20.000 per naaste.
Vorderingsgerechtigden
Bovendien geldt dit recht op affectieschade slechts voor een vaste kring van gerechtigden. Deze bestaat uit naasten; iemand met een nauwe band met het slachtoffer. De wet heeft echtgenoten, geregistreerde partners, levensgezellen, kinderen, ouders, degene waarvoor zorg in gezinsverband en overige nauwe persoonlijke relaties aangewezen als naasten. Alleen zij vallen in de kring van gerechtigden, met een recht op vergoeding van affectieschade.
Broers en zussen
Over deze kring van gerechtigden zijn de laatste jaren diverse gerechtelijke procedures gevoerd. Deze gingen name over wie er in de categorie ‘overige nauwe persoonlijke relaties’ valt. Opvallend is namelijk dat de wet niet voorziet in een vergoeding voor (half-)broers en zussen. In de rechtspraak wordt regelmatig geprobeerd om ze als ‘overige nauwe persoonlijke relatie’ te bestempelen, maar dit is lang niet altijd met succes. In beginsel hebben (half-)broers en zussen immers geen recht op affectieschade op grond van de wet. Dit is alleen anders indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarin meerderjarige broers en zussen in een bepaalde zorgrelatie tot elkaar stonden of wanneer zij, als volwassenen, een langdurige gemeenschappelijke huishouding voerden. In een dergelijk geval kan uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien dat zij wel als naaste worden aangemerkt.
Onbevredigende uitkomst
Dit zorgt regelmatig voor een onbevredigend gevoel. In het kader van de zittingen rondom MH17 is door de nabestaanden ook aan de rechtbank verzocht dit onderwerp onder de aandacht te brengen bij de Nederlandse wetgever. Het leven van broers en zussen veranderd ook ingrijpend na een overlijden, zo wordt betoogd. Een verandering die niet alleen veroorzaakt is door het verdriet om het verlies van broer of zus, maar ook vanwege de nieuwe of intensievere rol die zij, uiteraard met liefde maar ook noodgedwongen, op zich namen in de zorg voor de kinderen van broer of zus of in de zorg voor hun eigen ouders. Deze nieuwe of intensievere rol confronteert hen ook nog intensiever met het verdriet van deze kinderen en ouders.
Aanpassing wet
Demissionair minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind heeft aangekondigd de wet pas in 2024 te willen evalueren. Daarop vooruitlopend heeft er vandaag, op 14 september 2023, een hoorzitting plaatsgevonden in de Tweede Kamer over dit onderwerp. Verschillende partijen (nabestaanden, onderzoek en wetenschap en andere betrokken organisaties) zijn gehoord om toelichting te geven op de schrijnende situaties in de rechtszaal en daarbuiten. Mogelijk geeft deze hoorzitting de aanzet voor de wetgever de wet aan te passen. Zodra dit gebeurd zullen we u informeren.