Terwijl de bladeren van de bomen vallen en we nog door het herfstblad schuifelen, begint bij velen de skikoorts alweer te kriebelen. Hoewel een skivakantie vaak garant staat voor sneeuwplezier en adembenemende uitzichten, ligt een ongeluk op de piste soms onverwachts op de loer. In sommige gevallen kun je daar zelfs aansprakelijk voor worden gesteld.
Nederlands recht
Wanneer een skiongeval in het buitenland heeft plaatsgevonden, krijgt een dergelijke zaak een internationaal karakter. Op grond van artikel 4 lid 2 Verordening Rome II geldt het Nederlandse Recht wanneer zowel de veroorzaker als het slachtoffer in Nederland wonen. Wanneer de veroorzaker niet in Nederland woont, geldt het recht van het land waar het ongeval heeft plaatsgevonden.
Onrechtmatigheid
Ook op een skipiste gelden ‘verkeersregels. De Fédération Internationale de Ski (FIS) heeft gedragsregels opgesteld waarmee het gedrag van skiërs onderling op de skipiste wordt geregeld. Deze regels hebben tot doel om de veiligheid op de skipiste te waarborgen en ongelukken te voorkomen.
Wanneer er toch een ongeluk plaatsvindt, wordt bij de beoordeling van de onrechtmatigheid van het handelen van de veroorzaker op grond van artikel 17 Verordening Rome II rekening gehouden met de gedragsregels van het FIS.
FIS-regels
- Rekening houden met anderen
Iedere skiër moet zich zo gedragen, dat hij een ander niet in gevaar brengt of schade berokkent.
- Beheersen van snelheid en skistijl
Iedere skiër moet te allen tijde op tijd kunnen stoppen of uitwijken. Hij moet zijn snelheid en wijze van skiën aanpassen aan zijn skivaardigheid, de conditie van de piste, de sneeuw- en weersomstandigheden, alsook aan de drukte op de piste.
- Keuze van het spoor
De van achteren komende skiër moet zijn skispoor zo kiezen, dat hij skiërs voor zich niet in gevaar brengt.
- Inhalen
Inhalen mag van boven of van beneden en van rechts of van links, mits op zodanige afstand dat de ingehaalde op geen enkele wijze in zijn bewegingen wordt belemmerd.
- Invoegen en weer verder skiën
Iedere skiër die zich (weer) op een piste wil begeven of na een stop verder wil skiën, moet zich ervan vergewissen dat hij dit zonder gevaar voor hemzelf of voor anderen boven of onder hem kan doen.
- Smalle plaatsen
Iedere skiër moet vermijden om zich zonder noodzaak op smalle of onoverzichtelijke plaatsen op de piste op te houden. Een ten val gekomen skiër dient een dergelijke plek zo snel mogelijk weer vrij te maken.
- Klimmen en lopen
Een skiër die klimt of te voet afdaalt, mag dit alleen aan de zijkant van de piste doen.
- Letten op tekens
Iedere skiër dient de markeringen en de borden in acht te nemen.
- Verlenen van hulp
Bij een ongeval is iedereen verplicht hulp te verlenen.
- Legitimatieplicht
Iedereen, getuige of betrokkene, verantwoordelijk of niet, moet bij een ongeval zijn identiteit bekendmaken.
Verhoogde drempel voor aansprakelijkheid
Bij skiën op een skipiste is sprake van een sport- of spelsituatie. Dit betekent dat een skiër tot op zekere hoogte rekening zal moeten houden met gevaarlijke manoeuvres van zijn medeskiërs op de skipiste. Er geldt een verhoogde drempel voor aansprakelijkheid. In hoeverre een skiër bedacht moet zijn op gevaarlijke manoeuvres van anderen hangt af van de omstandigheden van het geval, waarbij ook betekenis toekomt aan de FIS-regels. Het enkel overtreden van de FIS-regels brengt nog geen aansprakelijkheid met zich mee. De schending van de FIS-regels zal, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, een indicatie kunnen zijn dat sprake is van onrechtmatig handelen op de skipiste.
Met de FIS-regels in je achterhoofd zorg je niet alleen voor je eigen veiligheid, maar ook voor die van anderen op de piste. Verklein de kans op ongevallen en voorkom aansprakelijkheid.

