Ongevallen gebeuren onverwacht en overal, dus ook tijdens werktijd. Wie is er aansprakelijk wanneer een werknemer betrokken raakt bij een ongeval tijdens werktijd?
Ongeval in de uitoefening van de werkzaamheden? De werkgever is aansprakelijk, tenzij.
Op grond van artikel 7:658 lid 2 BW is een werkgever aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont de verplichtingen uit lid 1 van dit wetsartikel te zijn nagekomen of dat de schade is belangrijke mate gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid. Lid 1 van hetzelfde artikel verplicht de werkgever de ruimtes, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Dat is de zorgplicht van de werkgever
Vindt er een ongeval plaats tijdens de uitoefening van werkzaamheden en kan de werkgever niet aantonen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan, dan is de werkgever aansprakelijk voor de schade. Dit lijkt eenvoudig, maar in de praktijk ontstaat er regelmatig discussie over. Uit twee recente uitspraken blijkt opnieuw dat de feiten erg belangrijk zijn en de uitkomst afhangt van de omstandigheden van het geval.
In de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 22 maart 2024 ging het om een werknemer die was gevallen in een gangpad van een kas. Als gevolg daarvan brak hij zijn elleboog. De vraag bestond of de werknemer gevallen was vanwege een uitstekende rails op de grond. De rechtbank heeft daar onderzoek naar gedaan. Geconcludeerd wordt dat sprake was van een ongeval wegens een misstap, onoplettendheid en/of afgeleid zijn en niet omdat de werkgever tekort is geschoten in haar zorgplicht. De werkgever was in dit geval daarom niet aansprakelijk voor de schade van de werknemer.
De rechtbank Limburg oordeelde op 27 maart 2024 dat de werkgever wel aansprakelijk was voor de schade van de werknemer. De werknemer liep fracturen in de onderarm met ontwrichting van het gewricht op. Ondanks dat de exacte toedracht niet duidelijk werd, was wel duidelijk dat het ongeval had plaatsgevonden tijdens de uitoefening van de werkzaamheden. De rechtbank achtte de werkgever aansprakelijk. Het ging om een laagopgeleide werknemer, die de Nederlandse taal niet machtig was en volstrekt onbekend was met de hem voor het eerst opgedragen werkzaamheden en omstandigheden. De werkgever had adequaat en langer visueel toezicht moeten houden op de naleving van de instructies op de werkvloer (zoals in het bijzonder het niet verrichten van die werkzaamheden, staande op de wagon), om er zeker van te zijn dat de werknemer die instructies daadwerkelijk had begrepen en ook daarnaar handelde. Dat de werknemer de Nederlandse taal niet machtig is, is een omstandigheid die voor rekening en risico van de werkgever dient te komen. Zij kiest er immers voor om een buitenlandse werknemer te werk te stellen, zodat een taalbarrière niet aan die werknemer mag worden tegengeworpen. Zeker niet indien het gaat om verplichtingen die op een werkgever rusten in het kader van haar zorgplicht.
De zorgplicht van de werkgever gaat ver, maar is niet oneindig. Heeft u letsel opgelopen tijdens de uitoefening van werkzaamheden, neem dan gerust contact op met één van onze letselschadeadvocaten om de mogelijkheden in uw zaak te bespreken. Een eerste gesprek is altijd vrijblijvend.